, [], Whether anything of faith or hope remains in glory?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Namelijk] [53]verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij [54]de hoop van Zijn roeping, en welke [55]de rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis [56]in de heiligen; 53. Dit ziet op het voorgaande woord u geve. Anderen lezen: verlicht te zijn naar de ogen uws verstands. 54. Dat is, de gehoopte zaak, die in de volgende woorden wordt verklaard. Zie 1 Petr.1:3,4. 55. Dat is, de overvloedigheid, gelijk vs.7. 56. Dat is, ware gelovigen. Want den anderen gaat deze erve niet aan.